Een prachtige uitzending van “Andere tijden” vorige week, over het legendarische schaatsduo Ard Schenk en Kees Verkerk. Intussen beiden de 70 gepasseerd ontmoeten ze elkaar in het café bij het veer in Puttershoek, waar Kees zijn jeugd doorbracht. Ik noem dat café met enige trots, want als 10-jarige ben ik daar met mijn even oude neef Paul eens naar toe gefietst. Kees zagen we niet, die woonde misschien toen al in Noorwegen, maar zijn geboortehuis hadden we dan toch maar mooi met eigen ogen aanschouwd.
Het is een prachtige documentaire, doorspekt met filmfragmenten uit de sportieve carrière van de beide heren. Opnamen die allerlei herinneringen opriepen aan mijn jongensjaren. Hoe intens we meeleefden met de Nederlandse topschaatsers, Ard en Keessie, maar ook met al die anderen: Peter Nottet, Rudi Liebrechts, Jan Bols, Eddy Verheijen. Haarscherp nog herinner ik me de legendarische 10 kilometer-race waarin Kees bijna onder de in die tijd magische 15 minutengrens dook. Met een heel gezelschap vaders en zonen zaten en lagen we in de woonkamer van de ouders van mijn vriendje Pieter voor de – zwart-wit – TV en ook al wisten we dat hij ons niet kon horen, we schreeuwden onze kelen schor om hem aan te moedigen!
Het is natuurlijk ouwemannen gezeur, maar toch komt het me voor alsof we in die jaren ook zelf vaker op natuurijs stonden en al krabbelend onszelf tot Kees of Ard droomden. Helaas, zomin als tot topvoetballer heb ik het tot topschaatser geschopt.
Maar afgelopen zaterdag kon het ineens weer. Schaatsen op natuurijs! Thuis om de hoek! Als een kind zo opgewonden heb ik mijn schaatsen - die al vijf jaar ongebruikt onder mijn bed in de doos zaten - ondergebonden. Toegegeven, de eerste tien minuten protesteerden alle denkbare spiertjes in voeten en enkels, maar daarna was het genieten, intens genieten, gemengd met een vleugje nostalgie.