Sinds de teugels weer wat gevierd mochten worden, heb ik me al enkele malen bezondigd aan het gedachteloos schudden van een al even gedachteloos uitgestoken hand. Ook ben ik op talrijke plekken in de openbare ruimte veel dichter dan 150 centimeter van medereizigers, mede-winkelende stadgenoten en mede-sporters, verwijderd geweest. Ik heb gebruik gemaakt van de douches in de kleedkamer van de voetbalclub en sporthal, ik ben bij mensen in huis en zelfs aan het ziekenhuisbed geweest. Vooralsnog allemaal zonder nadelige gevolgen, ten minste voor mij en mijn directe naasten. Ik wil maar zeggen: een zekere nonchalance, zeker bij mooi weer, ligt op de loer.
Tegelijkertijd hoor ik van officiële zijde net als begin maart in toenemende mate alarmerende geluiden in de media doordruppelen. Ik denk dat die informatie gedoseerd wordt opgevoerd. De koning hield ons in de troonrede nadrukkelijk voor dat we de moeilijkheden nog lang niet te boven zijn, en morgenavond verschijnt onze premier eerder dan gepland met naar te verwachten strengere regels voor bepaalde regio’s. Daar is kennelijk reden toe, zelfs al word ik in mijn directe omgeving de laatste maanden niet meer geconfronteerd met mensen die door het virus getroffen worden. Althans, niet fysiek. Legio is nog altijd het aantal mensen dat, hetzij omdat ze zelf angstvallig binnen blijven, hetzij omdat anderen ervoor kiezen, afstand van hen te houden, emotioneel behoorlijk te kampen heeft met de gevolgen van “social distancing” voor hun persoonlijk welbevinden. Veel gemakkelijker gaat het de komende tijd voor velen nog niet worden, vrees ik.
En intussen denken we hard na hoe we in de donkere dagen die gaan komen, toch kunnen zorgen dat de traditionele evenementen die ons daardoor heen helpen, zoals Sint Maarten, Sinterklaas en kerst, alsnog vorm kunnen krijgen. Wat kerst betreft… ik zie wel wat in ouderwetse volkskerstzang, in de open lucht, met veel ruimte om anderhalve meter van elkaar te staan, bijvoorbeeld op stads- en dorpspleinen. Met alle traditionele kerstliederen, van Stille Nacht tot Ere zij God. Met een bekende stads -of dorpsgenoot die het kerstevangelie uit Lucas 2 leest, en met een bondige preek van hoogstens tien minuten. Er staan vuurkorven, een paar blazers van de plaatselijke fanfare ondersteunen de zang, en de lokale middenstand zorgt voor glühwein en warme chocolademelk. Of de diaconie natuurlijk! Komt de kerk eindelijk ook weer eens met haar boodschap buiten de eigen muren. Misschien allemaal wat minder liturgisch verantwoord, maar wie weet hoe het oude verhaal opnieuw gaat leven, buiten, midden in de winternacht! Wat denken jullie?
Commentaires