Maandagmiddag 26 augustus. De bel. De buurvrouw voor de deur. Met een boeket! Bij haar afgegeven, omdat er bij ons op dat moment niemand thuis was. De bos is aan mij geadresseerd. Ik ben me er niet van bewust, recentelijk iets verdienstelijks te hebben verricht dat voor een bloemenhulde in aanmerking komt. Maar het bijgevoegde kaartje verschaft opheldering. Het Moderamen van de Synode van de Protestantse Kerk Nederland wenst me geluk met mijn 40-jarig ambtsjubileum. Chapeau voor de ledenadministratie! Inderdaad, zondag 25 augustus was het exact 40 jaar geleden dat ik als kandidaat tot de heilige dienst bevestigd werd. In wat toen nog de Hervormde Gemeente van Tricht heette. Door dominee Gert Zonneberg, bij wie ik in Zeist ‘leervicaris’ was geweest. Zonder deze attentie was deze gedenkwaardigheid beslist aan mijn aandacht ontsnapt! Dat lukt nu niet meer. En telkens als ik naar de kleurig gevulde vaas kijk, ervaar ik intense dankbaarheid (al veertig jaar in uitstekende gezondheid, geen grote conflicten, nog altijd veel arbeidsvreugde). Maar tegelijkertijd weemoed (om wat voorbijgaat, om wie voorgingen). Wat dat betreft is een boeket bloemen een zeer passende attentie. De keuze ongetwijfeld ingegeven door de woorden van de Psalmdichter: de mens, - zijn dagen zijn als het gras, hij is als een bloem die bloeit op het veld en verdwijnt zodra de wind hem verzengt, de plek waar hij stond, kent hem niet meer. (uit Psalm 103). Een sprekend beeld. Onontkoombare realiteit. Maar ik ben blij dat de Psalmdichter het laatste woord niet aan de vergankelijkhed geeft. Ook dat heb ik veertig jaar geprobeerd vast te houden en door te geven. In (meestal zeer) tastend geloof ...
top of page
bottom of page
Comentarios