Miko Peled is de zoon van een Israëlische generaal, die zijn sporen verdiende in de Zesdaagse Oorlog van 1967. Opmerkelijk is dat hij er onmiddellijk na de overwinning, waarbij het Israëlische leger zich had meester gemaakt van onder meer Oost-Jeruzalem en Judea en Samaria, bij zijn regering op aandrong om de veroverde gebieden terug te geven aan de Palestijnen, als deel van een alomvattende vrede. Aan dat advies werd evenwel geen gehoor gegeven en generaal Peled verliet uiteindelijk ontgoocheld het leger.
Ook zoon Miko leek voorbestemd voor een glorieuze militaire loopbaan. Maar evenals zijn -inmiddels overleden- vader maakte hij een transformatie door van bevlogen zionist tot even bevlogen strijder voor de rechten van het Palestijnse volk. En dit na een verschrikkelijke gebeurtenis in de privésfeer: in 1997 kwam zijn 13- jarige nichtje, dochter van zijn zus Nurit, om bij een Palestijnse zelfmoordaanslag. Broer en zus besloten beiden dat wraak geen passende reactie was. In plaats daarvan zocht Miko contact met Palestijnen en begon zich in hun ‘narratief’ te verdiepen , hun beleving van de geschiedenis en hun visie op wat aan Israëlische zijde altijd als feiten waren verkondigd. Mede op basis van het buitenproportionele geweld jegens de bevolking van Gaza kwam hij tot de conclusie dat de staat Israël – naar zijn overtuiging het product van de ideologie van blanke, rijke Europeanen, die zich volstrekt superieur achtten boven de Arabische woestijnbewoners – haar politieke beleid op mythen stoelt. De mythe van een ‘land zonder volk voor een volk zonder land’ bijvoorbeeld. En de mythe van het ‘Arabische antisemitische terrorisme’, al dan niet geïnspireerd door de islam. De mythe van permanente bedreiging door Hamas, terwijl in werkelijkheid tijdens de Gaza-oorlogen, inclusief de laatste, het normale leven in Israël gewoon doorging. Het leidde er uiteindelijk toe dat hij besloot, zijn rode baret in te leveren, afstand te doen van zijn militaire onderscheidingstekenen, en zijn leven te wijden aan het zeer fel bekritiseren van het Israëlische beleid en de Israëlische propaganda sinds 1948, en het, als geboren Israëlische Jood, opkomen voor het Palestijnse volk. Ik hoorde zijn bevlogen lezing aan, afgelopen woensdag in de Zuiderkerk in Amsterdam. En hoewel ik zijn betrokkenheid bij de Palestijnse zaak deel, vond ik het toch ook verwarrend om te horen hoe deze geboren Israëli zo ontstellend fel en negatief tekeer ging tegen de staat waar zijn grootvader nog aan meegebouwd heeft. Een ding staat vast: Peled mag dan geen militair meer zijn, maar de strijdersmentaliteit heeft hij behouden! De regering van Nethanyahu heeft er een geduchte vijand aan!