Ooit was Freek de Jonge uitgenodigd op het hervormd seminarie, op landgoed Hydepark, gelegen tussen Driebergen en Doorn. Daar werden aanstaande predikanten, aan de vooravond van hun loopbaan in de pastorie, drie maanden lang voorbereid op de praktijk. Ik was er zelf nog niet bij toen Freek te gast was, maar van een bevriend collega die iets eerder afstudeerde dan ik en de lezing had meegemaakt, kreeg ik destijds verslag. Domineeszoon Freek had gezegd, dat hij jaloers was op ons, dominees. Welke entertainer of cabaretier kan rekenen op z’n trouw ‘publiek’, jaar op jaar, elke zondag weer en zelfs nog vaker? Ook had hij gezegd, dat predikanten veel meer hun voordeel zouden moeten doen met de ervaring uit de theaterwereld. Dat het ons ‘optreden’ - en daarmee het succesvol overbrengen van ‘de boodschap’ - zeer ten goede zou komen, wanneer we ons als beroepssprekers meer zouden laten onderleggen en corrigeren door mensen met podiumervaring.
Ik kan sinds vandaag terugkijken op twaalf optredens als acteur in een muziektheaterproductie, om van de vele oefensessies daarvoor te zwijgen. En ik begin een beetje te begrijpen wat hij bedoelt. Met dank aan Greet Mertens, mijn regisseur. Voor wat het waard is, hier een van mijn belangrijkste lessons learned. Als ik een geladen boodschap overbreng (en dat wil je toch in je preken!), versterkt het die boodschap wanneer en naarmate ik zo weinig mogelijk eigen emotie toevoeg. Die emotie zit als het goed is namelijk in het verhaal zelf en dat doet z’n werk zonder dat ik daar met nadrukkelijke gebarentaal en geladen stemgeluid scheppen bovenop sta te doen. Ik ben dan eerder een sta-in-de-weg. Die kwam aan! Ik ga mezelf nog kritischer terugkijken en -luisteren, (met dank aan kerkdienstgemist.nl), en proberen alle in tientallen jaren ingeslepen domineesmaniertjes te detecteren en af te leren. Dat kon nog wel eens meer moeite kosten dan het uit het hoofd leren van 21 pagina’s toneelscript. Maar om Johannes de Doper te citeren: “Hij moet wassen, ik moet minder worden”
Comments