Hier in Alanya – en vermoedelijk geldt dat voor veel plaatsen aan de Turkse Riviera – zijn veel Turken allesbehalve gelukkig met president Erdohans openbare optreden in de afgelopen week. Het gevolg is namelijk meteen meetbaar: de toeristenstroom vanuit Nederland, en vanuit West-Europa in het algemeen, die het afgelopen jaar vanwege de angst voor aanslagen toch al aanzienlijk gereduceerd was, lijkt momenteel bijna volledig op te drogen. Mijn Turkse vrienden schamen zich voor de grote bek die hun president heeft opgezet. De relatie tussen de buitenlanders hier en de Turkse bevolking is over het algemeen bijzonder hartelijk en dat wil men van beide kanten graag zo houden.
Toch hoor ik hier en daar ook wel andere geluiden. Ik vermoed dat dit te maken heeft met het feit, dat Nederland voor het oog van de wereld een paar Turkse ministers zichtbaar gezichtsverlies heeft bezorgd. In een cultuur waarin eer en schaamte buitengewoon belangrijk zijn, wordt dat hoog opgenomen. Maar de meeste mensen in mijn omgeving draaien er niet om heen dat ze zich vooral ernstig generen voor de uitlatingen van hun regeringsleider. Ik ben benieuwd wat dit alles straks op de 16 Nisan gaat betekenen voor het grote referendum dat hier in Turkije gehouden gaat worden en dat moet uitmaken of Erdohan meer absolute macht gaat krijgen.
Intussen moeten we in Nederland de Turkse president misschien toch een beetje dankbaar zijn. Ongewild heeft hij bijgedragen aan het besef, dat we, zolang we het voor het kiezen hebben, het gezicht van ons land liever niet bepaald zien door iemand die meent dat je maar van alles over anderen mag schreeuwen. Van mij persoonlijk had de verkiezingsuitslag nog wel ietsje groener en linkser gemogen, maar ik ben heel blij dat in elk geval gezond verstand en beschaving gewonnen hebben.