Jan is niet meer bij ons. Jan was een van onze buurmannen. Een originele, levenslustige man die wel oud was, maar een jeugdige geest behouden had. Hij hield van geschiedenis, literatuur, kunst en poëzie. Een rasverteller, met veel herinneringen aan de oorlogsjaren. De ongemakken van zijn meer en meer tegenwerkende lichaam bevocht hij met galgenhumor. Natuurkenner en natuurliefhebber. Hij zorgde ervoor dat we als buurt de verantwoording hebben opgepakt voor het onderhoud van de grote appelboomgaard die onze woonwijk zo uniek maakt. En elke winterse zaterdag als we daar bezig waren met snoeien en zagen, kwam hij rond half twaalf aangefietst, met in zijn fietstassen hete koffie, thee en plakken ontbijtkoek. Liever had hij zelf nog de handen uit de mouwen gestoken, maar zijn gezondheid maakte dat onmogelijk. Maar hij was er bij, hij hoorde er bij, en ons werk was ook het zijne. Het zal vreemd en onwennig zijn om zijn karakteristieke stemgeluid niet meer te horen tijdens onze buurtborrels en tuinwerkdagen. Jan stierf uitgerekend op 4 mei om 20.00 uur. De vlaggen hingen al halfstok. Hij had kort daarvoor het fietsen moeten opgeven. Wandelen ging ook niet meer. Hij kocht een loopfiets om toch te kunnen bewegen. En deed de buren daarvan melding in een e-mailtje , tezamen met een door hem zelf geschreven gedicht. De laatste regels daarvan blijven in me klinken:
Ego vijzelen is voorbij
Wel stilstaan bij de dingen
Niet haasten maar verwonderen
genieten van het zijn
wonen in het nu.