Alles wat erover gezegd kan worden, is intussen al gezegd. Waarom het eigenlijk niet kan, dat kerkasiel, en waarom het toch gebeurt. Waarom je eigenlijk niet van de staatssecretaris kunt verwachten dat hij onder deze druk bezwijkt, en waarom we toch hopen dat hij zijn hart laat spreken, zelfs als dat betekent dat er volgende week elders in het land een andere wanhopige familie voor een kerkdeur staat en om asiel smeekt. Waarom de Christen Unie, ooit – trouwens net als D66 - zo uitgesproken voor het generaal pardon, nu ogenschijnlijk zo stil is (al vermoed en hoop ik dat er in de achterkamertjes van het Binnenhof rond deze kwestie heel veel en intensief gesproken wordt). Hoe dan ook, en wat er dan ook allemaal nog gaat gebeuren, ik heb vrijdagnacht jongstleden twee uurtjes doorgaande kerkdienst in de Haagse Bethelkerk voor mijn rekening genomen, in gezelschap van een tiental bezoekers, uit diverse plaatsen in ons land afkomstig. Al was het maar omdat het me meer en meer gaat tegenstaan om in de wekelijkse zondagse kerkdienst in de voorbeden een obligaat regeltje aan asielzoekers en vluchtelingen te wijden. Lekker makkelijk, en dan misschien ook nog eens denken dat je daarmee als predikant voorbeeldig bezig bent om de gelovigen in de kerkbank te bepalen bij hun maatschappelijke betrokkenheid. Ik denk dat veel predikdames en heren en “gewone” gelovigen hetzelfde voelen als ik: dit is een concrete kans om uit de rijen van de handelaars in mooie praatjes te treden en daadwerkelijk iets te doen, dat – naar velen met mij oprecht menen – geheel in de lijn van de Stichter van de kerk is. Of het gewenste resultaat ermee bereikt zal worden, zal de toekomst uitwijzen. Maar intussen bloeien er duizend bloemen van saamhorigheid, menslievendheid en solidariteit in een oecumenische gezindheid die alle mogelijke religieuze en andere grenzen overstijgt. In Bethel worden woorden daden!