Joris Linssen doet veel moois met zijn kerstbomen. Kennelijk is er een enorme behoefte onder de mensen om ergens naar toe te kunnen met je verdriet, je herinneringen, je zorgen, je blijdschap en je dankbaarheid. Naarmate de kerk daar een minder voor de hand liggende plek voor lijkt te zijn geworden, nemen andere locaties, maar veelal rond dezelfde oeroude symbolen, die rol over: een kerststal op het marktplein, markante punten waar je kaarsjes kunt aansteken, een Joris-boom, en allerlei andere varianten. Ook in mijn stad Culemborg heeft Joris een boom staan en ik beken dat ik er net als vele andere Kuilenburgers een kartonnen kerstbal ingehangen heb, met een naam en een geschreven boodschap. Wat er op staat gaat jullie verder niets aan, maar ik durf gerust te bekennen dat het een soort gebed is. En ik maak me sterk dat dit voor het opschrift van heel veel van die rode ballen geldt. Voer voor godsdienstpsychologen? Of voor theologen? Duidelijk is: hoe geseculariseerd we ook mogen raken – in de zin van niet-kerkelijk gebonden- we blijven mensen die zoeken naar iets dat het platte, het materialistische en banale overstijgt, en meer nog, die zoeken naar Iemand die van ons verdriet en onze onmacht wil weten en die ons - al snapt niemand hoe - omvat met onvergankelijke liefde.
Comentarios