Afgelopen week weer lekker gesport. Zondag een rondje van 10 kilometer hardlopen. Maandagavond een intensief potje zaalvoetbal. Dinsdagavond mijn wekelijkse partijtje Walking Footbal. Woensdag met een vriend een stadswandeling gemaakt, daarna weer een rondje van 10 kilometer hardlopen. Dat lukt allemaal prima. Maar als ik het vorige zinnetje volledig eerlijk afmaak, moet ik schrijven: dat lukt allemaal nog prima. Nog wel. Want hoe soepel ik me ook lijk te bewegen, aan mijn lijf voel ik dat het gaandeweg meer inspanning kost. Dat een blessure minder gemakkelijk geneest. Dat ik voorzichtiger word. Het begint al als ik de fiets pak en heel bewust de zwaaiende beweging van mijn been over stang en zadel voltrek. Idem bij het afstappen. Vroeger routineuze handelingen. Tegenwoordig met aandacht uitgevoerde acties. Je ziet het allemaal nog niet aan me. Een jonge collega met wie ik onlangs voor het eerst kennis maakte, vroeg me enigszins beschroomd naar mijn leeftijd en weigerde vervolgens te geloven dat ik echt van 1954 was… Zoiets doet me dan deugd, maar dát die twijfel mij goed doet zegt al genoeg: blij als een kind met een compliment, al dan niet oprecht gemeend, dat me even doet geloven dat ik nog een beetje buiten de categorie senioren val. Maar achter heel veel van wat ik vandaag doe, moet het woordje ‘nog’ worden toegevoegd en ik kan dat maar beter realistisch aanvaarden. Dat zoiets niet eenvoudig is, las ik vandaag in TROUW, waar Stevo Akkerman ons – in indirecte vorm – vertelt wat er in zijn hoofd allemaal omgaat nu hij zestig is geworden. Een prachtige column, herkenbaar voor elke leeftijdgenoot. Mocht u geen TROUW- lezer zijn, ik zou alleen al voor zijn columns een abonnement overwegen!
Stevo Akkerman, gefeliciteerd! Een blog over ouder worden
Bijgewerkt op: 3 okt. 2023
댓글