top of page
Zoeken

Vechten voor vrede en recht? – Mijmering over de kloof tussen droom en rauwe realiteit

  • Foto van schrijver: Henk Fonteyn
    Henk Fonteyn
  • 15 mrt
  • 2 minuten om te lezen

Laatst heb ik mijn ‘dienstbijbel’ weer eens tevoorschijn gehaald. Op de blauwe omslag is rechts bovenaan het logo aangebracht: een (vredes)duif, omgeven door een Latijns devies: non in exercitu nec in robore sed in spiritu meo. De leus is afkomstig uit het bijbelboek Zacharia en betekent: ‘Niet door kracht en niet door geweld, maar door Mijn Geest.’ Niet toevallig siert deze leus de dienstbijbel van dominees bij de krijgsmacht. Soms is beperkte, proportionele en gemandateerde geweldsuitoefening noodzakelijk om groter kwaad te beteugelen. Het is volstrekt legitiem om jezelf, je gezin, je volk, je land en cultuur te verdedigen tegen een agressor. Maar een spreuk als deze herinnert eraan dat geweld tegelijkertijd altijd een ongemakkelijk en abnormaal gegeven moet blijven! De geestelijk verzorger bij defensie is niet voor niets non-combattant: door zijn ongewapende presentie vertegenwoordigt hij het ideaal van een wereld waarin we onze conflicten door dialoog, debat en diplomatie oplossen. Ik heb me in die rol altijd goed thuis gevoeld. Ik wist me zeer verbonden met de militair en het militaire leven. Maar bij de ‘vredesmissie’ in Afghanistan had ik gemengde gevoelens wanneer er enthousiaste verhalen rondgingen over de succesvolle acties van onze luchtmacht met hun F16’s en Apache -gevechtshelikopters. Enerzijds was ik trots: het waren ‘mijn’ mensen en een geslaagde missie met veilige terugkeer was een pluim op de hoed van allen die daarin professioneel samenwerkten. Maar ik kon nooit blij worden bij de mededeling dat alle munitie afgeschoten was, want er was niet veel verbeeldingskracht voor nodig om je de effecten daarvan in te denken.

Diezelfde gemengde gevoelens ervoer ik toen eind februari 2022 Russische troepen de grens met Oekraïne overtrokken en al snel duidelijk werd dat burgerdoelen bepaald niet alleen ongewilde collatoral damage vormden. Ik hoorde mezelf zeggen dat ik, als ik een Oekraïner zou zijn, me onmiddellijk voor gewapende vrijwilligersdienst zou hebben gemeld. Ik zou me dan trouwens in het goede gezelschap van de Duitse martelaar Dietrich Bonhoeffer weten. Bonhoeffer, hoewel een idealistisch christen-pacifist, kwam tot de conclusie dat tegen Adolf Hitler een gewelddaad niet alleen noodzakelijk, maar zelfs van Godswege geboden was. Om die reden participeerde hij in het voorbereiden van een moordaanslag op Hitler. Vrede stichten kan pas nadat onrecht is rechtgezet. Tegelijkertijd zag hij onder ogen dat het moedwillig ter dood brengen van een medemens, zelfs als die Adolf Hitler heette, een zonde tegen het zesde gebod was en bleef. Dat hartverscheurende dilemma is niet oplosbaar. Vrede stichten, vrede maken kan pas nadat onrecht is rechtgezet. En om onrecht te bestrijden is helaas geweld niet altijd te vermijden. Het Messiaanse vrederijk waar de profeet van spreekt, is appel en uitdaging, maar uiteindelijk vooral belofte. (Of utopie volgens velen). Maar die Latijnse spreuk blijft in mijn ziel gegrift. Nec in robore… Niet door geweld. De waarheid van dat woord laat zich in en na elke oorlog opnieuw gelden. Elke vorm van geweld – hoe proportioneel en legitiem ook – veroorzaakt trauma’s die doorwerken tot in het derde en vierde geslacht. Bij slachtoffers en daders. Zonder een andere Geest komt het niet tot duurzame vrede. Maar intussen vrees ik dat we als Europeanen momenteel niet anders kunnen dan investeren in een stevige defensiemacht. Wat mij betreft: innerlijk verscheurd tussen messiaanse droom en rauwe realiteit.


 
 
 

Comments


bottom of page