Vlees in de kuip? Een zeer intieme mijmering
- Henk Fonteyn
- 9 uur geleden
- 2 minuten om te lezen
Het vegetarisch menu heeft in ons gezinsleven een lange traditie. Alle drie onze dochters verklaarden al ruim voor de puberteit dat ze geen dode dieren wensten te eten, een besluit waaraan ze zich, inmiddels alle drie allang volwassen, tot de dag van heden houden.
Boeiend trouwens, dat veel mensen die de Bijbel lezen als een geschiedenisboek en dus ook het verhaal van de zondeval in de Hof van Eden als historische mededeling opvatten, niet als vanzelfsprekend vegetariër zijn. Vlees eten komt immers vóór de zondeval niet voor! De Schepper verstrekt Adam een uitgebreide vegetarische menukaart en pas na de noodlottige beet in de begeerlijke maar verboden vrucht sneuvelen er dieren. Ik zou denken dat elke ‘kaft tot kaft’ - gelovige hier z’n conclusie uit kan trekken.
Als meer vrijzinnig gelovend mens behoor ik, ik geef het eerlijk toe, tot de flexitariërs. Een kippenpootje, een worstje, een lekkere plak salami of parmaham, ik trek er mijn neus niet voor op, al probeer ik waar mogelijk dan wel biologisch vlees op mijn bord te krijgen. Tot mijn verrassing ontdekte ik onlangs tijdens een bezoek aan een grootgrutter dat er tegenwoordig filet americain verkrijgbaar is met het groene label ‘Biologisch’. Hoewel ik wel eens gehoord had dat rauw vlees niet heel erg aan te raden is, kon ik de verleiding niet weerstaan en schafte een bakje aan. Het smaakte niet verkeerd. Toch bleef het overgrote deel van de inhoud ruim een week onaangetast in de koelkast staan, gaandeweg aan het zicht onttrokken door andere artikelen. Vorige week vrijdag kwam ik het weer tegen en besloot schoon schip te maken en de inhoud van het nog halfvolle bakje over een paar crackers uit te smeren. Dat heb ik geweten! Vier volle dagen had ik nodig aleer mijn spijsvertering weer enigszins hersteld was (ik bespaar u de dirty details), en twee van die vier dagen heb ik grotendeels uitgeteld op bed gelegen. Ten einde raad de huisarts gebeld die me als medicijn aanraadde, grote glazen coca cola waar de prik uit was, in kleine slokjes, - elke tien minuten een teug -, tot me te nemen. Dat hielp. Ik moest haar ook beloven geen filet americain meer in huis te halen, biologisch of niet. En zo straft het kwaad nog altijd zichzelf en ben ik weer een klein beetje verder opgeschoven in de richting van de paradijselijke menukaart van mijn dochters.

Comments