Vandaag heb ik ons autootje naar een opkoper gereden. Ons trouwe dieseltje, ooit gekocht omdat ik veel moest rijden voor mijn werk. Intussen drie keer het klokje rond geweest. Nooit heeft ‘ie me in de steek gelaten en onderweg laten stranden. Het plaatwerk was intussen behoorlijk gehavend geraakt en er waren gaandeweg allerlei kleine mankementjes ingetreden. Te onbeduidend om ermee naar de autodokter te gaan. We leerden ermee te leven. Als je wist hoe ermee om te gaan, merkte je het nauwelijks. Maar ja, hij stond steeds vaker dagenlang alleen maar stil te staan. Hij leek zelfs een beetje beledigd, dat we zo vaak de fiets of de trein verkozen boven hem. En nu is de kogel door de kerk. Hij gaat naar Oekraïne of Moldavië, in elk geval oostwaarts. En wij… wij gaan nog meer fietsen en treinen. En als het niet anders kan, gebruik maken van het prachtige systeem van deelauto’s onder de naam MyWheels. In een straal van 300 meter rond ons huis staan er minstens negen, dus misgrijpen is haast onmogelijk. Ik zal ons groene Partnertje heus nog wel eens missen, maar dat gemis wordt verzacht door de gedachte dat hem in Oost-Europa nog een lange en intensieve levensavond wacht. Gedeukt is hij al. Maar moge zijn motortje nog lang spinnen.