‘Beter versleten dan verroest’ was het levensmotto van evangelist Johannes de Heer, inderdaad, die van de beroemde blauwe Zangbundel. Die leus kwam spontaan in me op afgelopen vrijdag. Mijn zaalvoetbalschoentjes, waarop ik vijf jaar lang pakweg 35x per seizoen een uur lang de longen uit mijn lijf gerend heb, waren totaal versleten. De zool van mijn linkervoet, waarmee ik mijn gevreesde afstandsschoten pleeg af te vuren, liet ernstig en onherstelbaar los, waardoor de neus er uitzag als een snoek op het droge. Een paar nieuwe schoentjes is gauw gevonden, maar afscheid nemen van de oude is nog onverwacht lastig. Sportschoenen (wellicht schoenen in het algemeen) zijn een soort persoonlijkheden, die met jou als drager vergroeien. Het worden vrienden. Ze gaan steeds lekkerder en soepeler om je voet zitten, ze gaan naar je ruiken, ze geven je een stabiel en zeker gevoel, je vestigt er, zeker bij het sporten, je vertrouwen op. Een forse duurloop of een intensief potje zaalvoetbal volbreng ik dankzij een goede conditie, maar zeker ook dankzij die twee lappen leer, veter en zool onder mijn voeten. Het zijn vrienden geworden. En afscheid nemen van vrienden …dat is altijd moeilijk!