Na alle Passie- en Paasvieringen, muzikale en theatrale uitvoeringen, sobere maaltijden met vespers toe en wat al niet, telt de christelijke kerk op naar de vijftigste dag na Pasen, ofwel Pinksteren. ‘Pinksteren’ is een verbastering van het Griekse Pentekosta, dat ‘vijftig’ betekent. In de Engelstalige wereld worden kerken die zich sterk op dat feest oriënteren, dan ook als ‘Pentecostal’ aangeduid. Maar waar hebben we het eigenlijk over? Vraag de gemiddelde kerkganger naar de inhoud van het christelijke Paasfeest, dan zal er iets uitkomen als “dat Jezus is opgestaan”. Doorvragen mag, maar verwacht geen klinkklare eenduidige antwoorden. Ook niet van ‘beroepsgelovigen’ trouwens. Eerder stamelend en stuntelend zoeken naar woorden, in behoorlijke verlegenheid. Dat graf was leeg, ja, of toch niet, en is dat eigenlijk belangrijk? En als het leeg was, lijkt het toch ook weer te simpel om te concluderen dat Jezus eventjes lijk geweest is. Lastig is ook de uitleg van inhoud en betekenis van Pinksteren. Op dit van origine joodse feest (net als Pasen trouwens) komen de tongen van de leerlingen van Jezus los en beginnen hun voeten in beweging te komen. En met hun prediking (en daden die daarop rijmen) staan zij aan de wieg van de Kerk (nog niet verdeeld zoals tegenwoordig), zijnde een internationale, interculturele en interraciale gemeenschap van mensen die Jezus willen navolgen. Daarbij passen woorden als ‘vurig, enthousiast, bezield, bevlogen, uitnodigend, inclusief …’ Ik kan alleen maar hopen dat dergelijke typeringen nog enigszins van toepassing lijken op de christelijke geloofsgemeenschappen anno 2023 in onze wereld, in ons land, in onze regio, in onze stad of in ons dorp.
Blijft de vraag of iemand met weinig of geen kennis van Bijbelse noties en van de christelijke traditie van bovenstaande overweging een jota snapt… als het voor doorgewinterde kerkgangers al zo lastig is. Wat dat betreft mis ik de columns van Nico ter Linden nog steeds.
Comments