Laatst mijn ‘dienstbijbel’ weer eens tevoorschijn gehaald. Mooie blauwe omslag (ik laat in het midden of het marine- of marechausseeblauw is), met rechts bovenaan het logo zoals hieronder afgebeeld: een duif, omgeven door, zoals vaker in defensieland, een Latijns devies: non in exercitu nec in robore sed in spiritu meo. Ook wie geen woord Latijn kent, kan hier met enige moeite wel chocola van maken en herkent woorden als exercitie, robuust, en spiritus/spiritueel. Het is een Bijbeltekst, ontleend aan de profeet Zacharja. De woorden werden ooit uitgesproken als bemoediging en goede raad voor de toenmalige hogepriester Zerubabel, die voor een mega uitdaging stond. In vertaling staat er iets als: niet door eigen kracht of machtsvertoon, maar door mijn Geest zul je slagen, spreekt de HERE. Op wandbordjes keert het vaak terug als: “Niet door kracht of geweld, maar door mijn Geest…” Het is niet toevallig dat deze leus gekozen is als opschrift voor de dienstbijbel van de dominees bij de krijgsmacht. Bij erkenning voor het gegeven dat beperkte, proportionele en gemandateerde geweldsuitoefening noodzakelijk kan zijn om groter kwaad te beteugelen, en dat het volstrekt legitiem is om jezelf, je land, je volk te verdedigen tegen een agressor, herinnert een spreuk als deze eraan dat geweld op zichzelf altijd een ongemakkelijk en abnormaal gegeven moet blijven! De geestelijk verzorger bij defensie is niet voor niets non-combattant: door zijn ongewapende presentie – die hopelijk ook een ontwapenende is – vertegenwoordigt hij het ideaal van een wereld waarin we onze conflicten door dialoog, debat en diplomatie oplossen. Ik heb me in die rol altijd goed thuis gevoeld. Ik voelde me zeer verbonden met de militair en het militaire leven, maar ik had in Afghanistan gemengde gevoelens wanneer er al te enthousiaste verhalen rondgingen over de succesvolle acties van onze F 16’s en Apaches. Enerzijds trots, het waren ‘ mijn’ mensen en een geslaagde missie met veilige terugkeer was een pluim op de hoed van allen die daarin professioneel samenwerkten. Maar ik kon nooit blij worden van de mededeling dat alle munitie afgeschoten was, want er was niet veel verbeeldingskracht nodig om je voor te stellen wat de effecten daarvan waren. Gemengde gevoelens dus, die ik ineens in volle hevigheid opnieuw ervaarde bij het dappere verzet, toen de Russische troepen de grens met Oekraïne overtrokken en al heel snel bleek dat burgerdoelen bepaald niet alleen onbedoelde collatoral damage vormden. Enerzijds: verontwaardiging en kwaadheid, zozeer dat ik mezelf hoorde zeggen dat ik, als ik Oekraïner zou zijn, me ondanks mijn leeftijd zou hebben gemeld voor gewapende vrijwilligersdienst. En ik zou me dan trouwens in het goede gezelschap van de Duitse martelaar Dietrich Bonhoeffer weten, idealistisch christen-pacifist, die nochtans tot de conclusie kwam dat tegen Adolf Hitler een gewelddaad noodzakelijk en zelfs geboden was. Tegelijkertijd zag hij onder ogen dat een moordpoging, zelfs op iemand als Hitler, een zonde tegen het zesde gebod was en bleef. Ik heb volstrekte sympathie voor alle Oekraïners die zich in deze vreselijke dagen laten instrueren in het gebruik van wapens. Maar … ook die Latijnse spreuk blijft in mijn ziel gegrift. Nec in robore… niet door geweld. En de waarheid daarvan laat zich in en na elke nieuwe oorlog opnieuw zien. Oorlogsgeweld veroorzaakt trauma’s die doorwerken tot in het derde en vierde geslacht. Bij de slachtoffers, maar ook bij de daders. Zonder een andere geest, een Andere Geest, zal er geen constructieve weg gevonden worden, geen echte dialoog, geen weg tot verzoening, geen blijvende vrede. Met zweverig pacifisme heeft dit niet van doen, het is integendeel een realisme dat de werkelijkheid dieper peilt. Maar was ik vandaag Oekraïner, ik had mijn militaire kloffie uit de plunjebaal van zolder gehaald en me gemeld….
Comentarios